Het is vandaag precies vierhonderd jaar geleden, dat de beroemde Britse toneelschrijver en dichter William Shakespeare overleed. Enkele jaren geleden raakte bekend, dat William Shakespeare, de grootste schrijver die Engeland ooit heeft voortgebracht, een ‘verdoken Katholiek’ was. Shakespeare, die zelfs een paar keer naar Rome zou zijn gepelgrimeerd, leefde in een tijd waarin de Engelse staat de Rooms-Katholieke Kerk zwaar vervolgde. Van ‘godsdienstvrijheid’ was er in het protestantse Engeland van toen geen sprake. Tijdens de zogenaamde ‘Elizabethaanse Vervolgingen’ in Engeland deed men er goed aan om zijn Katholiek Geloof geheim houden, wilde men niet aan de galgen van Tyburn eindigen. Tyburn, nu beter bekend als Marble Arch, was de plek waar vele Katholieken het martelaarschap ondergingen. Men zal wel beweren, dat het vandaag de dag in Vlaanderen zo een vaart niet loopt als destijds in Engeland, maar het is een feit, dat het Katholieke Geloof in Vlaanderen steeds meer en meer in de verdrukking komt, zélfs in onze eigen (Katholieke) scholen. Vele leerlingen en studenten stellen zich dan ook terecht de vraag waar zij nog authentiek en onbedorven Katholiek onderwijs kunnen genieten?
In de ‘Gazet van Antwerpen’ lezen we dit weekend (23/24-04-2016), dat het ‘Katholiek Onderwijs Vlaanderen’ meer andersgelovige leraars in zijn basisscholen ‘wil’. Daarom biedt de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen vanaf volgend schooljaar het vak ‘levensbeschouwing’ aan. Daarin komt naast de Rooms-Katholieke godsdienst ook het jodendom, de islam en de vrijzinnigheid aan bod. Het vak ‘levensbeschouwing’ wordt dan in feite een pluralistisch allegaartje, hetgeen de facto nu al het geval is, met het vak ‘Rooms-Katholieke Godsdienst’. “Oude wijn in nieuwe zakken”, om het zo maar eens te zeggen. Met dit “nieuwe” vak zouden voornamelijk moslimleraars makkelijker aan de slag kunnen binnen het Katholieke basisonderwijs. Studenten die kiezen voor het vak ‘levensbeschouwing’ mogen volgens Lieven Boeve, topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, er alle vakken geven, behalve godsdienst. In principe is er niets op tegen, dat Katholieke scholen, gedwongen door de maatschappelijke realiteit, meer leraren met een migratie-achtergrond voor de klas laten staan. Probleem is echter, dat Lieven Boeve dit blijkbaar expliciet ‘wil’! Dit alles neigt naar syncretisme. Lieven Boeve windt er inderdaad geen doekjes om, en beweert zelfs dat: “Moslimleraren een meerwaarde voor onze Katholieke basisscholen zijn.” Zou de heer Boeve ons dan ook eens kunnen mededelen, waar precies die meerwaarde in zit? Lieven Boeve gaat er blijkbaar nogal makkelijk van uit, dat er geen vuiltje aan de lucht is. Nu, struisvogelpolitiek is het Katholieke Onderwijs Vlaanderen niet geheel vreemd. We kennen dat nog van uit de tijd toen Mieke Van Hecke, die blijkbaar géén graten zag in voorbehoedsmiddelen en abortus, er de topvrouw was. Echter, niet-katholieke leerkrachten, die in de praktijk hoofdzakelijk van moslimorigine zullen zijn, stellen het Katholiek Onderwijs weldegelijk voor een existentieel probleem. “To Catholic, or Not to Catholic, That is the Question” zou Shakespeare zeggen. Hoe ‘Katholiek’ zal dat ‘Katholiek’ onderwijs eigenlijk nog wel zijn? Willen we eigenlijk nog wel ‘Katholiek’ onderwijs in Vlaanderen? Wat is trouwens de mening van onze bisschoppen, die toch de ‘Opvolgers van de Apostelen’ zouden moeten zijn? En hebben de gelovigen ook nog iets te zeggen? En indien we dan toch nog Katholiek onderwijs zouden willen inrichten, hoe moet dat er dan uitzien? Lieven Boeve presenteert zich met zijn ‘dialoogschool’ als het grote orakel, waar we al jaren op zitten wachten. Een orakel dat blijkbaar een antwoord heeft op alle vragen en dat de absolute waarheid in pacht denkt te hebben. We hebben het ‘dictaat’ van Boeve blijkbaar maar te aanvaarden! Maar niet zo snel mijnheer Boeve. De Kerk geeft al bijna 2.000 jaar onderwijs en heeft dus wel een en ander te zeggen over dat onderwijs. Het is duidelijk, dat de jonge generaties onderwezen moeten worden. Als gevolg daarvan ontstond het maatschappelijk instituut van de ‘school’, allereerst door het initiatief van de Kerk en de gezinnen, lang voordat de staat dit werk ter hand nam. De school is derhalve, ook beschouwd in haar historische oorsprong, van nature een hulpinstelling ter aanvulling van gezin en Kerk. Daaruit volgt logisch de morele noodzakelijkheid, dat zij met deze beide milieus niet alleen niet in tegenspraak mag zijn, maar dat zij er in de volmaaktst mogelijke morele eenheid positief mee moet overeenstemmen, zodat zij met het gezin en de Kerk tezamen, een aan de Christelijke opvoeding gewijd heiligdom kan vormen. Juist hieruit volgt, dat het ideaal van de Katholieke opvoeding niet compatibel is met de zogenaamde ‘neutrale’ of ‘laïcistische’ school, waaruit de godsdienst is buitengesloten. Evenmin kan voor Katholieken de ‘gemengde’ school toegestaan worden, waar wel voor hen afzonderlijk gezorgd is voor godsdienstonderwijs, maar waar zij de rest van het onderwijs van niet-katholieke onderwijzers, tezamen met niet-katholieke leerlingen, ontvangen. Een school wordt pas waardig om door Katholieke leerlingen bezocht te worden, wanneer het gehele onderwijs en de gehele inrichting van de school: onderwijzers, leerplannen én boeken, in ieder vak beheerst worden door de Katholieke geest, en wel zo, dat de godsdienst werkelijk de grondslag en de bekroning is van het onderwijs in al zijn graden, niet alleen in het lager, maar ook in het middelbaar en het hoger onderwijs. Het is noodzakelijk, dat niet alleen op bepaalde uren kwalitatief goed godsdienstonderwijs aan de jeugd wordt gegeven; ook de gehele overige vorming moet de geur van de Christelijke godsvrucht ademen. Men zegge niet, dat het de staat in een land met een confessioneel verdeelde bevolking onmogelijk is, in het openbaar onderwijs op andere wijze te voorzien dan door de ‘neutrale’ of de ‘gemengde’ school. Want de staat moet op veel verstandiger wijze hierin voorzien, en kan dit ook gemakkelijker, door het initiatief en het werk van de Kerk en van de gezinnen vrij te laten en met rechtvaardige subsidies te bevorderen. En dat dit te verwezenlijken is, tot tevredenheid van de gezinnen en tot voordeel voor het onderwijs en voor de vrede en de openbare rust. In andere landen geschiedt het soms anders, met niet geringe offers voor de Katholieken. Aangespoord en geleid door het episcopaat, en met de onvermoeide hulp van de seculiere en reguliere geestelijkheid, onderhouden zij voor hun kinderen geheel op eigen kosten de Katholieke school, als een eis van hun zware gewetensplicht. Voor elke Katholiek moet de leuze zijn: “Een Katholieke opvoeding voor heel de Katholieke jeugd op Katholieke scholen.” Al wordt dit streven ook niet door de openbare schatkist gesteund, zoals de verdelende rechtvaardigheid op zich zou eisen, het kan toch ook niet belemmerd worden door een burgerlijk gezag, dat zich bewust is van de rechten van het gezin en van de onvoorwaardelijke eisen van een wettige vrijheid. In Vlaanderen worden de Katholieke jongeren nog net niet in hun eigen scholen gediscrimineerd, maar wat we zeker nu al niet kunnen aanvaarden, is dat het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, uit vrije wil, gratuit, zomaar alles uit handen zou geven. Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft de plicht om Katholiek te zijn en om Katholiek onderwijs aan te bieden, anders liegt men en bedriegt men de schoolgaande jeugd. Ook de lichtzinnigheid waarmee Lieven Boeve en Veerle Hendrickx, de algemeen directeur van de Karel de Grote Hogeschool, de Katholieke godsdienst en cultuur lijken te verkwanselen, is mensen die zulke belangrijke posities in onze maatschappij bekleden onwaardig, aangezien het van een onvoorstelbaar cultuurrelativisme getuigt! Waarom nog ‘Katholiek’ onderwijs aanbieden indien het er eigenlijk toch allemaal niet meer toe doet? Waar blijft uw overtuiging? Karel de Grote was trouwens, net zoals elke Vlaming, Frank en Katholiek! De Vlaamse jongeren zijn geen goedkope arbeidskrachten die zomaar klaargestoomd moeten worden voor de arbeidsmarkt om daar vervolgens op een 19de eeuwse manier uitgeperst te worden. Dit gevaar is trouwens in de huidige economische context niet geheel denkbeeldig. Wij erkennen, dat er een economisch aspect met de opleiding van een kind gepaard gaat, maar “de mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God” (Matteüs 4:4). Dit betekent, dat binnen het Katholiek Onderwijs er kwalitatieve Rooms-Katholieken godsdienstlessen gegeven moeten worden. En dat er ook, beheerst door een Katholieke geest, voldoende aandacht moet zijn voor aardrijkskunde, geschiedenis, cultuurhistorie, literatuur, poëzie etc. En dan zijn we weer bij Shakespeare! P. Berchman
www.marsvoorhetgezin.be
www.facebook.com/pro.familia.vl www.twitter.com/profamiliavl Pro Familia ontvangt geen enkele subsidie en is volledig afhankelijk van (uw) giften. Steun Pro Familia met een (maandelijkse) bijdrage, zodat we binnen Kerk en samenleving kunnen blijven opkomen voor de belangrijke waarde van het gezin. Onze cultuur heeft nood aan Liefde! REKENINGNUMMER PRO FAMILIA: IBAN BE50 7390 1108 8818 BIC CODE: KREDBEBB
0 Reacties
Laat een antwoord achter. |
"Wie niet zorgt voor zijn eigen familie en zelfs niet voor zijn huisgenoten, heeft het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige."
1 Tim 5:7 ARCHIEF
November 2016
|