Abortusmethodes
Manuele vacuümaspiratie: tot 7 weken na de laatste menstruatie
Deze chirurgische abortus wordt reeds vroeg in de zwangerschap tot 7 weken na de laatste menstruatie van de vrouw toegepast. Een lange, dunne buis wordt in de baarmoeder ingebracht. Een grote spuit wordt met de buis verbonden en het embryo wordt weggezogen.
Zuigcurettage: tussen 6 en 14 weken na de laatste menstruatie
Dit is de meest gebruikte chirurgische abortusmethode. Omdat de baby groter is, moet de arts eerst de cervix of baarmoederhals rekken met metalen staven. Het openen van de cervix kan pijnlijk zijn, vandaar dat gewoonlijk plaatselijke of algemene verdoving wordt toegepast. Nadat de cervix opengerekt is, brengt de arts een harde plastic buis in de baarmoeder en verbindt deze met een zuigmachine. De zuiging trekt het lichaam van de foetus uit de baarmoeder. De arts kan ook een speciaal lepelvormig mes of curette gebruiken om de foetus en foetale delen uit de baarmoeder te schrapen. (De arts kan over de foetus en de foetale delen spreken als het ‘conceptieproduct').
Dilatatie en evacuatie: tussen 13 en 24 weken na de laatste menstruatie
Deze chirurgische abortus wordt uitgevoerd tijdens het tweede trimester van een zwangerschap. In dit stadium van de zwangerschap is de foetus te groot om enkel door zuiging te worden verwijderd en zal hij niet doorheen de afzuigbuis geraken. Bij deze methode moet de cervix verder worden geopend dan bij een eerstetrimesterabortus. Dit wordt gedaan door één of twee dagen vóór de abortus verschillende staven in te brengen. Eens de cervix opengerekt is trekt de arts de foetale delen er met een verlostang uit. De schedel van de foetus wordt geplet om hem makkelijker te kunnen verwijderen. Een scherp werktuig (een curette) wordt eveneens gebruikt om de inhoud van de baarmoeder weg te schrapen en de overblijvende weefsels te verwijderen.
Prostaglandinen: vanaf de tweede trimester van de zwangerschap tot aan de voldragen zwangerschap
Een prostaglandinensubstantie wordt rechtstreeks in de ader of in het vruchtwater gespoten, waardoor contracties worden opgewekt en de bevalling op gang wordt gebracht. Het kind is op dit ogenblik meestal nog niet levensvatbaar zodat het sterft bij de geboorte. Deze methode wordt vooral toegepast na een positief resultaat PND (prenatale diagnostiek).
(Te) vroege keizersnede of hysterotomie: tot aan de voldragen zwangerschap
Langs een kleine insnede in de onderbuik wordt de baarmoeder geopend en de baby wordt samen met de placenta weggenomen. Het kind wordt meestal levend geboren en aan zijn lot overgelaten of gedood.
RU486, Mifepristone (Abortuspil): binnen 4 tot 7 weken na de laatste menstruatie
Dit medicijn is enkel erkend voor gebruik bij vrouwen tot de 49e dag na hun laatste menstruatie. De procedure vereist gewoonlijk twee tot drie bezoeken aan de arts. Tijdens het eerste bezoek worden aan de vrouw pillen gegeven die het zwangerschapshormoon afremmen en de vrucht doen loskomen. Indien de abortus nog niet heeft plaats gevonden wordt twee dagen later een nieuw medicament gegeven, dat krampen zal veroorzaken en het embryo afdrijven. Het laatste bezoek dient om na te gaan of de procedure volledig heeft plaats gevonden. RU486 werkt niet in het geval van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dit is een situatie die levensbedreigend kan zijn. Het embryo nestelt zich buiten de baarmoeder, gewoonlijk in de eileider. Als een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te laat wordt vastgesteld, kan de eileider barsten, met als gevolg inwendige bloedingen en soms de dood van de vrouw.
Deze chirurgische abortus wordt reeds vroeg in de zwangerschap tot 7 weken na de laatste menstruatie van de vrouw toegepast. Een lange, dunne buis wordt in de baarmoeder ingebracht. Een grote spuit wordt met de buis verbonden en het embryo wordt weggezogen.
Zuigcurettage: tussen 6 en 14 weken na de laatste menstruatie
Dit is de meest gebruikte chirurgische abortusmethode. Omdat de baby groter is, moet de arts eerst de cervix of baarmoederhals rekken met metalen staven. Het openen van de cervix kan pijnlijk zijn, vandaar dat gewoonlijk plaatselijke of algemene verdoving wordt toegepast. Nadat de cervix opengerekt is, brengt de arts een harde plastic buis in de baarmoeder en verbindt deze met een zuigmachine. De zuiging trekt het lichaam van de foetus uit de baarmoeder. De arts kan ook een speciaal lepelvormig mes of curette gebruiken om de foetus en foetale delen uit de baarmoeder te schrapen. (De arts kan over de foetus en de foetale delen spreken als het ‘conceptieproduct').
Dilatatie en evacuatie: tussen 13 en 24 weken na de laatste menstruatie
Deze chirurgische abortus wordt uitgevoerd tijdens het tweede trimester van een zwangerschap. In dit stadium van de zwangerschap is de foetus te groot om enkel door zuiging te worden verwijderd en zal hij niet doorheen de afzuigbuis geraken. Bij deze methode moet de cervix verder worden geopend dan bij een eerstetrimesterabortus. Dit wordt gedaan door één of twee dagen vóór de abortus verschillende staven in te brengen. Eens de cervix opengerekt is trekt de arts de foetale delen er met een verlostang uit. De schedel van de foetus wordt geplet om hem makkelijker te kunnen verwijderen. Een scherp werktuig (een curette) wordt eveneens gebruikt om de inhoud van de baarmoeder weg te schrapen en de overblijvende weefsels te verwijderen.
Prostaglandinen: vanaf de tweede trimester van de zwangerschap tot aan de voldragen zwangerschap
Een prostaglandinensubstantie wordt rechtstreeks in de ader of in het vruchtwater gespoten, waardoor contracties worden opgewekt en de bevalling op gang wordt gebracht. Het kind is op dit ogenblik meestal nog niet levensvatbaar zodat het sterft bij de geboorte. Deze methode wordt vooral toegepast na een positief resultaat PND (prenatale diagnostiek).
(Te) vroege keizersnede of hysterotomie: tot aan de voldragen zwangerschap
Langs een kleine insnede in de onderbuik wordt de baarmoeder geopend en de baby wordt samen met de placenta weggenomen. Het kind wordt meestal levend geboren en aan zijn lot overgelaten of gedood.
RU486, Mifepristone (Abortuspil): binnen 4 tot 7 weken na de laatste menstruatie
Dit medicijn is enkel erkend voor gebruik bij vrouwen tot de 49e dag na hun laatste menstruatie. De procedure vereist gewoonlijk twee tot drie bezoeken aan de arts. Tijdens het eerste bezoek worden aan de vrouw pillen gegeven die het zwangerschapshormoon afremmen en de vrucht doen loskomen. Indien de abortus nog niet heeft plaats gevonden wordt twee dagen later een nieuw medicament gegeven, dat krampen zal veroorzaken en het embryo afdrijven. Het laatste bezoek dient om na te gaan of de procedure volledig heeft plaats gevonden. RU486 werkt niet in het geval van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dit is een situatie die levensbedreigend kan zijn. Het embryo nestelt zich buiten de baarmoeder, gewoonlijk in de eileider. Als een buitenbaarmoederlijke zwangerschap te laat wordt vastgesteld, kan de eileider barsten, met als gevolg inwendige bloedingen en soms de dood van de vrouw.